In juni 2007 publiceerde de Nederlandse schrijfster Sara Kee een kort verhaal over haar ervaringen met een Zündapp op haar blog.
Met toestemming en dank aan Sara Kee plaatsen we hieronder haar verhaal:
“Voor wie het niet weet: een Zundapp is een brommer. Ook wel een buikschuiver genoemd, bij voorkeur met een vossenstaart er aan, bereden door een nozem.
Sinds kort heb ik een Zundapp. Een sprinter uit 1981, 2-taktmotor, 50cc cilinderinhoud, 4 bak voetversnelling. Het is een en al roest en hoe meer ik er naar kijk, hoe meer onderdelen ik zie die van ellende uit elkaar vallen. Dat is niet omdat ik er eerst niet goed naar gekeken heb, maar omdat ik er steeds meer van snap.
Zo kom ik langzaam tot de conclusie: hier staat geen Zundapp maar een illusie.
Het idee achter het kopen van een Zundapp was dat het leuk is om te leren hoe zo’n ding in elkaar zit. Ik had dus in feite express één gekocht die het niet deed.
Via marktplaats had ik een een contact opgedaan in Hilversum en ging daar op een maandagavond langs. Daar stond inderdaad een Zundapp, eigendom van een zeer enthousiaste verzamelaar die mij er vele details van vertelde. Uiteraard zei het mij allemaal niets. Ik weet niets van brommers namelijk. Maar het enthousiasme was aanstekelijk en de deal werd gesloten.
Hij gaf me er een boekje bij om zelf te knutselen aan je Zundapp en dankzij dat boekje weet ik nu welke onderdelen ik allemaal niet heb. Gelukkig kan je via internet alles bestellen.
De techniek van de Zundapp is op zich niet heel ingewikkeld. Jongens van 16 snappen hoe het werkt, dat zegt al wel genoeg, lijkt me. Als ik zo het boekje door-blader, dan snap ik het allemaal ook wel.
Maar helaas zijn niet alle onderdelen origineel en is het boekje geen kopie van mijn Zundapp, waardoor praktijk en theorie elkaar lang niet altijd benaderen. Daar hou ik niet van. Ik hou er van als dingen kloppen en vooral als dingen passen.
In de praktijk blijken dingen vooral te passen wanneer er bruut geweld op losgelaten wordt. Gelukkig heb ik een paar huisgenoten die niet te beroerd zijn mijn feministische missie te steunen met wat mannelijke kracht. Daar wordt het mij dan ineens toch wel weer duidelijk waarom het 16 jarige jongens zijn en niet 22 jarige meisjes die het brommerklussen tot een kunst verheven hebben.
Wat je eigenlijk vooral nodig hebt om een Zundapp te maken is geduld.
Het geduld om rustig te kijken waarom iets het niet doet, in plaats van je irritatie te laten overheersen.
Het geduld om niet meteen succes te verwachten en dus ook niet teleurgesteld te worden.
Het geduld om nog eens op en neer naar de Praxis te fietsen.
Het geduld om het bij nader inzien toch verkeerde onderdeel weer terug te sturen naar Hengelo en dan nog eens een paar dagen te wachten voor je weer verder kan. Ik ben niet per se een ongeduldig mens, maar zo veel geduld heb ik toch ook niet.
Ik had gedacht dat het allemaal toch wel wat makkelijker zou gaan. Ik bedoel, klussen is leuk, maar uiteindelijk wil ik er vooral graag op rijden.
Wel begin ik het idee achter het boek ‘Zen and the art of motorcyclemaintenance’ beter te begrijpen. Tegen de tijd dat mijn Zundapp het doet zal ik mijzelf zozeer op de proef gesteld hebben, dat wanneer ik de kickstart intrap en de motor aanslaat ik tot verlichting zal komen.
In plaats van te gaan rijden zal ik de brommer weer uit doen en een onbegrijpelijke wijsheid uitspreken, zoals Zenmeesters dat doen: het is de geest die de Zundapp doet rijden.”