Soms springt een verkeerslicht niet op groen, als wij er met de bromfiets of motor staan te wachten.
Bij veel stopstrepen bij stoplichten zitten detectielussen in het asfalt. Waarom hebben die nooit de vorm van een rechthoek, maar zijn het altijd parallellogrammen? Nooit zijn ze evenwijdig met de stopstreep. Ook bij stopstrepen op fietspaden is dit het geval.
Die schuine lussen zijn er voor tweewielers, om een betere magnetische koppeling te krijgen tussen de lus en de wielen/frame van het voertuig.
In rijstroken voor motorvoertuigen zie je vaak een stukje voor de stopstreep een rechthoekige lus liggen die voornamelijk auto’s detecteert en de schuine lus vlak voor de streep is er dan voor motorfietsen. Als motorrijder kun je de zaak een beetje sturen door bij de rechthoekige lus niet over het midden te rijden maar op de rand, dus bovenop de draad. Ook daarmee verbeter je de magnetische koppeling.
De bedoeling is dat een voertuig boven de lus zo goed mogelijk magnetisch gekoppeld wordt, omdat in het metaal van het voertuig een geïnduceerde stroom te krijgen.
Bij een auto lukt dat wel, omdat de horizontale bodemplaat als secundaire wikkeling fungeert.
Maar tweewielers staan verticaal en om zoveel mogelijk magnetische krachtlijnen door de wielen en het frame te krijgen ligt de lus scheef.
De lussen bestaat uit koperdraad en als het signaal wordt verstoord, gaat er een seintje naar de kast waar alles verder wordt geregeld.
Een tip van Anja Simons die bij de Verkeerspolitie Rotterdam werkt als motorrijder:
“Als je met je motorfiets over het kleine driehoekje in de detectielus rijdt, zie bijgaande linkerfoto, dan wordt je motorfiets wel waargenomen”.
Hoewel onze Zündapps aanzienlijk veel aluminium bevatten, zitten er nog voldoende metalen onderdelen op, die de stroomkring een kort moment onderbreken en beïnvloeden, om ons “aan te melden” bij het stoplicht.
Bronnen:
- Motorrijdersactiegroep
- Verkeerspolitie Rotterdam
- Wetenschapsforum
- Motor-forum