Belangrijke Kamervragen over Mobiel Erfgoed

Kan het Mobiel Erfgoed blijven rijden? 
milieuzone oldtimer bromfietsenOp 19 februari hebben de Tweede Kamerleden Remco Dijkstra (VVD), Wytske Postma (CDA) en Chris Stoffer (SGP) schriftelijke vragen gesteld aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Infrastructuur en Waterstaat.
De FEHAC is er blij mee dat de politiek de vraag hoe we in de toekomst omgaan met mobiel erfgoed nu serieus oppakt!

Uitspraken FIVA-president reden voor de vragen  
De aanleiding voor de vragen was een interview met FIVA-president Tiddo Bresters, waarin hij zich zorgen maakt of oldtimers in de toekomst nog van de openbare weg gebruik kunnen maken.

kamervragen Dijkstra cs 19022020

Bescherming van ons mobiel erfgoed
De FEHAC werkt al heel lang aan een goede bescherming van ons mobiel erfgoed.
Een paar voorbeelden op welke terreinen dat gebeurt:
– door actief te participeren in MCN (de Mobiele Collectie Nederland);
– inzet op het verbeteren en nog beter bruikbaar maken van het NRME (Nationaal Register
Mobiel Erfgoed);
– uitdragen van een duidelijke visie over een duurzame toekomst van ons erfgoed;
– initiatieven te nemen en te ondersteunen voor het ontwikkelen van nieuwe, schone
brandstoffen en op die manier in belangrijke mate bij te dragen aan verbetering van de
luchtkwaliteit en vermindering van de gevolgen van de klimaatverandering.

Daarmee zijn al belangrijke resultaten bereikt.

Standpunt milieuzones  
Milieuzones zijn soms onvermijdelijk. Schone lucht vindt immers iedereen belangrijk.
De FEHAC werkt daar loyaal aan mee, maar zet ook in op uitzonderingen voor mobiel erfgoed zodat onze klassieke voertuigen zonder belemmering in de milieuzone kunnen komen, als daar reden voor is. Nu ligt die uitzondering voor dieselvoertuigen op 40 jaar en ouder.

Definitie mobiel erfgoed hoeksteen voor beleid 
Ondanks de inzet van de FEHAC, zien we op een aantal terreinen dat het langzamerhand minder vanzelfsprekend wordt dat er ontheffingen voor oldtimers komen. Enerzijds komt dat door onbekendheid, anderzijds omdat de definitie van wat mobiel erfgoed is, min of meer ‘verborgen’ is opgenomen in de regelgeving. Zo kon het enige jaren geleden gebeuren dat voor de vrijstelling van Motorrijtuigenbelasting ineens een leeftijd van 40 jaar werd gehanteerd. Dat, terwijl de aanvaarde definitie toch ècht 30 jaar aangeeft.

Standpunt ministers OCW en IenW moet nu duidelijkheid gaan geven 

Er is dus alle reden voor om het mobiel erfgoed nu goed in kaart te brengen. Er moet duidelijk worden wat mobiel erfgoed is en wat niet. Daarmee kan de toekomst van onze mooie klassiekers weer wat beter geborgd worden. Bovendien kan iedereen dan blijven genieten van ons mobiel erfgoed waar het hoort: buiten, rijdend op plaatsen waar het niet stoort en zodat ook anderen aan ons erfgoed genoegen kunnen beleven.
Of, zoals Kamerlid – en een van de indieners van de vragen – Remco Dijkstra het zei: ‘Wat is er mooier dan op een zonnige dag, in je klassieker langs mooie dorpen, weilanden, dijken en bossen te rijden, raampje open en genieten maar. En intussen je klassieker laten zien aan al die anderen die, zonder het voorrecht van bezit, er toch plezier aan beleven’.

Nu nog even het antwoord van de Ministers afwachten….

Bron: https://fehac.nl/