Rollers uit München (1)
Verreweg de meeste Zündapp enthousiastelingen hebben het bijna altijd over de KS-50 t/m 175 modellen zoals de 517, 521, 529, 530 etc…. Een enkele keer wordt een GS genoemd of een oud model uit Neurenberg, maar heel weinig hoor je over de “561” oftewel de 50cc Zündapp scooter. Wat is dat eigenlijk voor een ding………?
Scooters zijn voor Zündapp steeds langlopende verkoopsuccessen geweest, zowel de zwaarder gemotoriseerde ‘Bella’ modellen van 150, 175 en 200cc en later de 50 cc ‘Rollers’ .
In 1984, toen bij Zündapp het licht haast uit ging, was de fabrikant uit München samen met Vespa nog de enige tweewielerfabrikant ter wereld die 50 cc scooters bouwde.
Deze “kleine” scooter stond van 1964 tot 1984 op de produktieband in de fabriek in München aan de Anzingerstrasse 1-3, in de wijk Berg am Laim. Eerst als model R-50 en RS-50 en later als RS-50-Super. Als je het met vandaag de dag vergelijkt was het best bijzonder wat toen gebeurde, want hoeveel aanbieders van 50cc scooters hebben we momenteel wel niet!
Het ontstaan van deze scooter is min of meer veroorzaakt doordat grote scooters,
Geen bericht gevonden
Alle Zündapp scooters werden min of meer bedacht in Neurenberg. Na de sluiting van deze 1e Zündapp Werke in de herfst van 1958, bleef er in één hal een specialistische ontwerp-/ en constructieafdeling achter. Men werkte er onder de naam Zündapp maar draaide eigenlijk zelfstandig, dus zonder hulp uit München.
Eén van de taken was o.a. het ontwikkelen van een opvolger voor de Bella (Zündapp’s grote scooter). En ja hoor, hebben wij het niet vaker gehoord, net als je net een eind op weg bent, eind 1960, werd dit project met een 175 cc viertaktmotor stopgezet. Men moest zich onder druk van de fabriek uit München bezig gaan houden met de ontwikkeling van een 50cc scooter (het latere type 561). In eerste instantie noemde men het project Bella 50 en werd er ook over gedacht om met 100 en 150 cc motoren te gaan werken. De doelstelling was dat het concept (anders dan de grote broer Bella ) een geforceerde luchtkoeling moest hebben, een vrije doorsteek voor de benen, een meesturende koplamp en kleine 10” wieltjes.
In het voorjaar van 1962 had men de eerste prototypen klaar. Uit hout en kunststof werden verschillende carrosserieën gemaakt, waarvan een grote hoeveelheid foto’s werd gemaakt die op de IFMA (motorfietsbeurs) van 1962 in Frankfurt werden gepresenteerd aan handelaren en vakpers.
Zündapp was op dat moment, met afstand, de grootste Duitse producent van gemotoriseerde tweewielers en had dus over aandacht niets te klagen. Men was unaniem van mening dat de kleine scooter er allang had moeten zijn!
Er stonden 2 modellen gepland voor productie, een ietwat gedrongen (bromfiets) scooter, model 561-001 en een wat meer open (motorfiets) model, de 561-002. Beiden natuurlijk met een 50 cc krachtbron.
Tot aan de definitieve start van de productie had men nog wat tijd om enkele veranderingen, lees verbeteringen, door te voeren, te weten:
- De buddyseat werd verlengd zodat er nu voor 2 personen een ruime zitplaats was.
- Het toegepaste ronde Hella achterlicht, ook bekend van de BMW’s R27 en R69S, moest wat hoekiger worden, net zoals bij de andere tweewielers uit de Zündapp stal.
- Het concept van een elastisch opgehangen motor met een enkelarm achterbrug liet men (helaas) vallen. Het zou in deze periode best wel revolutionair zijn geweest zo’n enkelarm achterbrug.
- Het velgendesign werd samen met diverse andere kleinigheden nog verder verbeterd.
Uiteindelijk was de scooter in de herfst van 1963 rijp voor serieproductie. Nadat in november de typegoedkeuring werd verkregen, startte de productie begin 1964.
In april stond het eerste model als R-50, (561-003), voor 1.248,– DM bij ruim 5000 Duitse dealers in de showroom. Midden mei kwam daar de RS-50 bij, die 50 DM duurder was, maar wel wat extra’s bood, zoals een claxon, 4 i.p.v. 3 handversnellingen en een 4,6 pk sterke motor die was uitgerust met 3 spoelkanalen.
Eigenlijk was dit wereldnieuws, want niemand had eerder een 50cc scooter geproduceerd die met dit vermogen als “kleinkraftfahrzeug” te boek stond. Je kon en mocht er dus de Rijksweg mee op. Bij Vespa had men 125cc nodig om het vermogen van 4,6 pk te halen, terwijl Zündapp dit dus met 75 cc minder deed.
Vanaf 1965 kreeg men bij de Vespa de techniek in huis om 3,7 pk uit het 50cc blokje te halen.
Wordt vervolgd in deel 2.
Leo Stuije